Klimaat

Het weer in Galibi
volgens YR-NO

Seizoenen

Suriname kent door zijn ligging dicht bij de evenaar, niet de ‘gewone’ seizoenen zoals wij die kennen.
Men spreekt er van een droge tijden een regentijd, beiden in ‘kleine’ en ‘grote’ versie:

Kleine regentijd van begin December tot begin Februari.
Kleine droge tijd begin Februari tot eind April.
Grote regentijd eind April tot half Augustus.
Grote droge tijd half Augustus tot begin December.

De klimaatopwarming zorgt er ook voor dat de opeenvolging van de seizoenen niet meer zo strikt verloopt als pakweg 30 jaar geleden.
Bovenstaande start en einde van de seizoenen mag je dus wel wat flexibel interpreteren…

Temperatuur

De temperatuur schommelt er gemiddeld tussen de 23 en de 32 graden. De koelste tijd van de dag is zes uur ’s morgens (23 °C) en de warmste tijd is tussen 12.00 uur en 14.00 uur (32 °C). Daarna koelt het weer geleidelijk af. Tegen zes uur ’s avonds is het ongeveer 26 graden.

September is het in Suriname gemiddeld 2 graden warmer dan de rest van het jaar en het koelst is het in de maanden februari tot en met april. De noord-oost passaatwind zorgt dan voor afkoeling in het kustgebied. De temperatuur ligt dan tussen de 21 en de 29 graden.
Door de hoge gemiddelde luchtvochtigheid, en de wind die voor veel afkoeling zorgt, voelt het minder warm aan dan bijvoorbeeld in België bij een zelfde temperatuur.
In het binnenland van Suriname ligt de minimum temperatuur lager. Aan de zuidgrens met Brazilië is de temperatuur om zes uur ’s ochtends ongeveer 11 graden.

Vochtigheid

De luchtvochtigheid ligt hoog. Overdag is dit gemiddeld 80 %, ’s nacht zelfs rond de 95 %.

Regen

In Suriname kan het bij momenten echt stortregenen. Werkelijk met bakken tegelijk. Daar helpt een regenjas en paraplu maar weinig tegen.
Een voordeel is dat je de regen vaak “hoort of ziet” aankomen en dat het bijna altijd maar van korte duur is.

Daarenboven is een natgeregend pak in een warm klimaat als in Suriname echt niet zo erg en het droogt snel met de zonneschijn die ook daar na de regen komt.

Hou er ook rekening mee dat het in de droge tijd ook kan regenen; wel niet zo heftig als in de regentijd.
De neerslag is gemiddeld 2200 mm per jaar.

Flora

Paloulou

Suriname kent een tropische plantengroei. Men schat het aantal soorten planten op ongeveer 5000.  Enkele veel voorkomende soorten zijn de vlinderbloemenfamilie, walstrofamilie, wolfsmelkfamilie, palmen en verder grassen, bromelia’s, cactussen en maar liefst 300 verschillende soorten wilde orchideeën.
De nationale bloem van Suriname is de paloeloe of Heliconia bihai.

Suriname kent zo’n 60 verschillende palmensoorten. De nationale palm is de koningspalm, die ook te vinden is in de Palmentuin in het centrum van Paramaribo.
De nationale boom van Suriname is de koningspalm.

In Suriname groeien ook vele geneeskrachtige kruiden. In het binnenland volop te oogsten in het bos en in  stad zijn deze kruiden te vinden op de Centrale Markt. De ‘oso dresi‘ of huismiddeltjes helpen tegen allerlei kwalen als jeuk, verkoudheid, griep, … Een dresiman, ofwel kruidendokter zal je zeker weten te vertellen welk kruidenmengsel je nodig hebt!

Kenmerkend voor Suriname is het kustbos dat bestaat uit mangrove (vloedbos), met voornamelijk de Parwa.

Afwerking: Hardback
Aantal pagina’s: 200
Afmetingen: 560×380
Verschijningsdatum: 27/09/2016
EAN: 9789401433785
Uitgever: Lannoo
Druk: 1

De uitgeverij Lannoo gaf in 2016 een herdruk uit van een vooraanstaand 18°-eeuws standaardwerk over de insecten van Suriname. Het werk bevat een schat aan prachtige afbeeldingen van insecten en planten:

Metamorphosis Insectorum Surinamensium (gepubliceerd in 1705) was het werk van een zeer ondernemende en zelfstandige vrouw Maria Sibylla Merian. Zij reisde hiervoor in 1699 speciaal naar Suriname om daar onderzoek te doen naar de voortplanting en de ontwikkeling van insecten. Tegenwoordig wordt zij beschouwd als een zeer begenadigd kunstenaar, maar ook als een empirische wetenschapper, die als een van de eersten het gangbare idee van de spontane generatie van insecten uit aarde naar het rijk der fabelen verwees. Haar leven en werk worden internationaal onderzocht door botanici, entomologen en historici die zich bezighouden met de geschiedenis van wetenschap, kunst, religie en economie. Wetenschappelijke publicaties over haar en haar werk zijn legio. Er werden talloze tentoonstellingen aan haar werk gewijd en gedichten of romans over haar geschreven (o.a. in het Nederlands door Bertus Aafjes en Inez van Dullemen). Deze van oorsprong Duitse dame, die naar Nederland uitweek, sierde tot de overgang naar de euro het biljet van 500 Duitse mark. De facsimile wordt voorafgegaan door enkele essays in het Nederlands en Engels die het leven van Maria Sibylla Merian, haar volledige oeuvre en haar tijd belichten. De oorspronkelijke teksten worden achteraan in het boek ook vertaald in het Engels. Het boek sluit af met een index van planten-, dieren- en insectennamen.

Prachtige foto’s van
de flora in Suriname

Prachtige foto’s van
de fauna in Suriname

Fauna

Vogelsoorten die veel voorkomen zijn onder meer kolibries, papegaaien, ibissen en toekans. Suriname kent maar liefst 24 soorten papegaaien. Bij rivieroevers en – mondingen  zie je soms de rode ibis. Ongeveer de helft van de wereldpopulatie (enkele tienduizenden) van rode ibissen houden tijdens hun trek halt in Suriname. De rode kleur wordt net als bij flamingo’s veroorzaakt door hun dieet van garnalen. Flamingo’s leven overigens ook in Suriname. In Suriname heb je ook een grote kans om een toekan te zien, er leven 7 verschillende soorten toekans. Surinamers noemen toekans koejake, naar het geluid dat de toekan voortbrengt.

Niet alleen in het regenwoud zie je veel vogels, maar ook in de stad. De vogel die je daar van ’s morgens tot ’s avonds hoort roepen is de Grikibi (grietjebie) . Klik HIER voor zijn typische roep.

Klik op het vogeltje voor een overzicht van de vogels van Suriname.

De dierenwereld in Suriname omvat in hoofdzaak de fauna van het tropisch regenwoud. De zoogdieren omvatten ongeveer 140 soorten, waaronder 8 soorten apen (o.a. brulapen en kapucijnerapen) en 14 soorten roofdieren. Zo leven er jaguars en poema’s in de jungle. Surinamers noemen de jaguar trouwens tigri’s, ofwel tijgers. In tegenstelling tot de tijger, is de jaguar echter niet echt gevaarlijk, ze zijn erg schuw en slaan bij het minste of geringste op de vlucht.

De vleermuizen zijn met 65 soorten goed vertegenwoordigd (o.a. de bloedzuigende vampiers).

Verder zijn er drie soorten miereneters, twee soorten luiaards en vijf soorten gordeldieren (waaronder het reuzengordeldier). Tevens zijn er de Zuid-Amerikaanse tapir, drie soorten herten en wilde zwijnen (o.a. de pakira).

Amfibie en reptielen zijn in groten getale bekend geworden (wormsalamanders, de bizar uitziende Surinaamse pad, een grote verzameling pijlgifkikkers, kaaimannen, kamhagedis of leguaan, boa constrictors, anaconda, bosmeester en ratelslangen onder de gifslangen, en zee-, water- en landschildpadden).

De vissen omvatten in het zoete water tal van bekende aquariumvissen (karperzalmen en al of niet levendbarende tandkarpers); vooral meervalachtige zijn rijkelijk voorhanden. Speciale vermelding verdienen de piranha’s, sidderaal, pijlstaartrog, vieroogvissen en de cichliden.
Niet te vergeten is ook de kwikwi, een gepantserde vis (pantsermeerval) die als lekkernij zeer gegeerd is.

Verder krioelt het in Suriname van lagere diersoorten als reuzenduizendpoten, vogelspinnen, grote landslakken en een ontelbare insectenwereld, waaronder beroemde vlinders als Morpho en de merkwaardige lantaarndrager onder de cicadenachtige wantsen.

De kust is de plaats waar je dolfijnen kan spotten. Soms zie je er zelfs een zeekoe en in het broedseizoen komen de reuzenzeeschildpadden aan land.

Baboen
(rode brulaap)

Kwi-Kwi

Suriname kent enkele stranden waar de reuzenzeeschildpadden hun nesten hebben.
Het belangrijkste strand is zeker wel in Galibi gelegen. Over een zeer grote lengte is daar immers een zandstrand te vinden. De kust is daar beschut tegen het aanslibben met modder door de Tijgerbank.
Het grootste deel van de Surinaamse kust is onbeschermd door zandbanken en zo kan slib zich makkelijk afzetten waardoor schildpadden er geen nest kunnen maken…
Aan de monding van de Paramariborivier is ook nog een klein reservaat waar schildpadden in het zand kunnen nestelen.

Meer over de schildpadden op de pagina ‘Galibi’.

De Tijgerbank voor de monding van de Marowijne (Galibi); een natuurlijke bescherming voor de legstranden van de zeeschildpadden